ADHD voorkomen door diagnose niet te stellen?
Dat klinkt wel erg simpel – en dat is het ook; pijnlijk simpel voor duizenden – kinderen, jongeren en volwassenen – die zelf last hebben van ADHD (of ADD). Als iemand zou voorstellen om kanker te voorkomen door de diagnose kanker niet te stellen, niemand zou veel aandacht besteden aan zo’n absurditeit. Maar als het over ADHD, autisme of andere hersenaandoeningen gaat, dan vinden dit soort wonderlijke voorstellen gretig gehoor bij media en publiek. Het is de laatste tijd erg populair om psychische en psychiatrische klachten te bagatelliseren en professionele zorg hiervoor als overdreven luxe te bestempelen.
Dat was ook het geval in Tros Nieuwsshow van ZA 21-04-2012. Laura Batstra, een opvoedkundige (orthopedagoge), die al jaren geen patiënten meer behandelt, kreeg uitgebreid de gelegenheid om haar eenzijdige kijk op de werkelijkheid opnieuw onder de aandacht te brengen. ADHD is gewoon een opvoedingsprobleem en dokters die Ritalin voorschrijven zijn door cadeautjes van de farmaceutische industrie gemanipuleerd. Dat is samengevat de visie van Batstra op een stoornis die weliswaar niet levensbedreigend, maar voor velen levensbedervend is.
De stellingen van Laura Batstra in Tros Nieuwsshow hier nog eens op een rij:
- ADHD bestaat niet want het is geen neurobiologische hersenziekte
- ADHD is maar wat we zo noemen.
- ADHD is geen aandoening maar een aanduiding voor een opvoedingsprobleem dat met de juiste opvoedkundige maatregelen goed te behandelen is.
- In de meeste gevallen gaat het weer over en komt het uiteindelijk wel goed.
- Medicatie (Ritalin) bij ADHD werkt hooguit 2-3 jaar en dan niet meer.
- Medicatie heeft veel bijwerkingen.
- Haar advies: zoek hulp in de eerstelijnsgezondheidszorg, bij de huisarts of een orthopedagoog.
Over al deze punten is enorm veel geschreven en onderzocht. Op basis van dit wetenschappelijk bewijs zijn in vele landen, ook in Nederland, door deskundigen uit verschillende disciplines “evidence based” richtlijnen opgesteld voor de diagnostiek en behandeling van ADHD. De belangrijkste argumenten tegen de stellingen van Batstra vat ik hier samen, aangevuld met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
“ADHD bestaat niet want het is geen neurobiologische hersenziekte”
Er is geen serieuze wetenschapper die niet overtuigd is van een neurobiologische oorzaak van ADHD (en ADD). Onderzoek over hoe ADHD-medicijnen werken op hersencelniveau en onderzoek met zogenaamde functionele MRI-scans heeft ons inzicht gegeven in wat en waar mis gaat (of anders is, zo je wilt) in de hersenen van mensen met ADHD en ADD. ADHD-medicijnen zoals methylfenidaat (de werkzame stof in Ritalin) beïnvloeden aanmaak, het hergebruik of de afbraak van bepaalde chemische lichaamseigen boodschapperstoffen (neurotransmitters) in de hersenen. Uiteindelijk leidt dit tot een betere filterfunctie voor uitwendige of inwendige afleidende of impulsieve prikkels.
In mijn eigen spreekkamer vind ik het altijd frappant hoe duidelijk erfelijke factoren meespelen en terug te vervolgen zijn in één of beide ouderlijke families. Dit blijkt de laatste jaren ook uit genetisch onderzoek, al zijn er meerdere genen betrokken bij ADHD/ADD.
Het is geen uitzondering dat één van de ouders een paar maanden nadat er een behandeling voor ADHD bij een kind in het gezin is ingesteld spontaan vertelt dat hij/zij bij zich zelf ook ADHD/ADD kenmerken herkent en soms om verwijzing vraagt voor nader onderzoek. Anderen herkennen wel dezelfde problemen maar realiseren zich dat zij door intelligentie of omgevingsfactoren (b.v. een kleine, rustige klas, ervaren leraren of docenten) minder last hebben gehad, waardoor zij van negatieve gevolgen verschoond gebleven zijn.
“ADHD is maar wat we zo noemen”
Dat is in zekere zin natuurlijk waar. Net zo als intelligentie dat is wat een intelligentest meet. Daaruit kun je niet afleiden het concept ” intelligentie” waardeloos is. ADHD en ADD (aandachtstekort zonder hyperactiviteit) zijn gedefinieerd op basis van herkenbare symptomen en criteria (zie b.v.
http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychische-gezondheid/adhd/symptomen). En die criteria worden doorgaans getoetst m.b.v. vragenlijsten die door ouders, leerkracht en jongere zelf worden ingevuld. Het feit dat je over de weging van sommige symptomen kunt discussiëren maakt het hele concept nog niet onzinnig. Bij veel lichamelijke aandoeningen is het simpeler:
De diagnose kanker is meestal te stellen door bloedtesten, roentgen- en weefselonderzoek. Dat kan bij ADHD niet – er is (nog) geen bloedtest of hersenscan die de diagnose onomstotelijk bevestigt. Het is vooralsnog een zogenaamde “klinische diagnose” (het voldoen aan bepaalde klinische criteria).
Dat geldt overigens ook voor een aantal ernstige en minder ernstige ziekten (om maar een paar te noemen: acuut reuma, de ziekte van Kawasaki, obstipatie, depressie) waarvoor we nog geen betrouwbare diagnostische test hebben.
“ADHD is geen aandoening maar een aanduiding voor een opvoedingsprobleem dat met de juiste opvoedkundige maatregelen goed te behandelen is”
Dit is een grote miskenning van een ernstig probleem. Van mijn collega Rob Rodrigues Pereira, kinderarts en één van de pioniers op het gebied van ADHD in Nederland, heb ik in dit verband ooit de karakterisering “niet levensbedreigend maar wel levensbedervend” genoteerd. Iedereen die serieus patiënten begeleid met ADHD – en ze niet alleen met wat goedbedoelde opvoedingsadviezen naar huis stuurt – zal dit beamen.
Wij zien met regelmaat gezinnen op ons spreekuur, die van alles geprobeerd hebben, die hun best gedaan hebben om de structuur thuis en op school op orde te krijgen, die van het kastje naar de muur gestuurd werden, die te maken kregen met eindeloze wachtlijsten en steeds wisselende behandelaars in de GGZ. Soms zijn er prachtige rapporten door orthopedagogen geschreven waaruit je zo de criteria voor ADHD kunt destilleren, maar ja, er ontbreekt ergens een kruisje, b.v. omdat de leerkracht het probleem ontkent (dat zie je nogal eens bij meisjes met ADD, die zijn gewoon ” dromerig” niemand tot last, behalve zichzelf). Om dan te roepen dat het alleen maar een lastig opvoedingsprobleem is, dat ervaren veel van deze ouders als miskenning en belediging. Daar waar we ervan overtuigd zijn dat er geen winst meer te behalen is uit betere structurering en orthopedagogische maatregelen, is uitstel van medicamenteuze behandeling zinloos en in zekere zin ook wreed. Natuurlijk zijn er ook gebroken gezinnen met ernstige conflicten tussen ouders en allerlei sociale problematiek, waarbij ADHD bij het kind (en de ouders?) slechts één van de problemen is. Het is duidelijk dat er dan meer moet gebeuren, maar ook hier geldt geregeld dat sommige zaken veel beter lopen met medicamenteuze ondersteuning (een voor velen herkenbare oorzaak/gevolgketen: minder impulsiviteit, minder ruzie, minder negatieve feedback, minder geschreeuw, betere sfeer, betere toegankelijkheid voor positieve benadering). Nog afgezien van het feit dat coachen van gezinnen door de JGZ en/of GGZ vaak moeizaam en pas na lange aanloop tot stand komt.
“In de meeste gevallen gaat het weer over en komt het uiteindelijk wel goed”.
Ik heb de indruk dat dit te maken heeft met een beperkt gezichtsveld en selectieve waarneming. Dat geldt misschien voor drukke en wat impulsieve kinderen binnen de normale variatie, inderdaad meestal jongens, maar niet voor kinderen met ADHD. Die hebben er echt last van (dat is overigens een belangrijk criterium in de diagnostiek; het moet ook negatieve gevolgen hebben voor het individu, anders is er geen sprake van een stoornis).
De werkelijkheid is anders: uit veel onderzoek blijkt dat mensen met ADHD meer kans hebben op:
– gebroken schoolcarrieres, schoolverlaten zonder diploma
– “12 ambachten -13 ongelukken”; conflicten op het werk
– verkeersovertredingen
– verslavingsgedrag (nicotine, alcohol en andere)
– gebroken relaties
Dat is wat je noemt een levensbedervende stoornis.
Voor een deel van de patiënten met ADHD is het wel zo dat op een gegeven moment de situatie stabiliseert, meestal op jongvolwassen leeftijd. Dat heeft ongetwijfeld te maken met uitrijping (van de hersenen) en ontwikkeling en aanleren van compensatiemechnismen.
“Medicatie (Ritalin) bij ADHD werkt hooguit 2-3 jaar en dan niet meer.”
Dat is beslist niet de ervaring van ADHD-behandelaars. Mevrouw Batstra (en anderen) baseren deze uitspraak waarschijnlijk op een van de eerste grote studies met methylfenidaat (Ritalin), waarin inderdaad bleek dat er na verloop van tijd geen verschil meer was in symptoomscores tussen de behandelde en niet behandelde groep. Deze studie kreeg in dit opzicht veel kritiek omdat onduidelijk is hoe de medicatie begeleid werd. Af en toe zijn namelijk aanpassingen nodig en als je dat niet doet (dat vereist enige ervaring) dan lijkt het net alsof de medicatie niet werkt, terwijl het probleem het gebrek aan medische begeleiding is. Dat zien we helaas in de praktijk ook vaak gebeuren. Mensen krijgen bij een GGZ-instelling de diagnose ADHD, er wordt behandeling met o.a. medicatie ingesteld, dat werkt een tijdje prima en dan worden ze terugverwezen naar de huisarts, die jarenlang de medicatie ongewijzigd continueert zonder systematisch te evalueren wanneer aanpassingen nodig zijn.
“Medicatie heeft veel bijwerkingen.”
Dat is in zijn algemeenheid niet juist. De meeste kinderen hebben nauwelijks of geen last van bijwerkingen. En veel bijwerkingen (b.v. hoofdpijn, buikpijn) zijn van voorbijgaande aard en er valt goed mee om te gaan als er voldoende medische begeleiding (toegankelijkheid en bereikbaarheid van de dokter voor telefonisch of e-mail overleg). Twee bijwerkingen komen wel vaak voor: minder eetlust en invloed op het in slaap komen. Het eerste is medisch gezien in Nederland vrijwel nooit een problemen het tweede is meestal goed te ondervangen met al dan niet tijdelijk melatonine.
In de praktijk geldt: ouders (en kinderen) zijn alleen gemotiveerd om medicijnen te geven/slikken als de balans tussen voordelen en nadelen positief is.
Ook belangrijk: er zijn vooralsnog – na meer dan 50 jaar gebruik van methylfenidaat – geen aanwijzingen dat er blijvende nadelige gevolgen zijn van langdurig gebruik van methylfenidaat.
“..zoek hulp in de eerstelijnsgezondheidszorg, bij de huisarts of een orthopedagoog”
Daar is in eerste instantie natuurlijk niets mis mee, alleen is het voor ouders en kinderen vervelend als er door ideologische overtuigingen onnodig lang medicamenteuze therapie wordt onthouden, waar in wezen een gecombineerde aanpak de voorkeur verdient.
Vind ik leuk:
Like Laden...
Beste Carsten Lincke,
“Anderen herkennen wel dezelfde problemen maar realiseren zich dat zij door intelligentie of omgevingsfactoren (b.v. een kleine, rustige klas, ervaren leraren of docenten) minder last hebben gehad, waardoor zij van negatieve gevolgen verschoond gebleven zijn.”
Is dat niet waar Laura Batstra voor pleit? Zou een stabiele omgeving en structuur voor kinderen, ofwel een goed pedagogisch klimaat niet uitgangspunt moeten zijn? Zouden daardoor de negatieve gevolgen van een (discutabele) stoornis niet voorkomen kunnen worden (zoals uit uw eigen citaat blijkt)?
ADHD is indertijd in de DSM-IV als diagnose opgenomen om kinderen/jongeren/volwassenen met ernstige gedragsproblematiek een gerichte behandeling te bieden, desgewenst (maar niet per se) met medicatie (aldus Allen Frances, voorzitter van de DSM-IV commissie en gerenommeerd psychiater tijdens een lezing in het UMCG, najaar 2010). Helaas zijn door de jaren heen de criteria aan de hand waarvan de diagnose wordt gesteld zo verruimd dat de diagnose wel erg snel wordt gesteld en daardoor epidemische vormen aanneemt. En uw collega Rob Rodrigues Pereira blijkt daar enthousiast aan bij te dragen door niet alleen kinderen, maar zelfs hele gezinnen op de Ritalin te zetten (zoals in een Zembla uitzending van 18 september 2010 duidelijk wordt).
Een tegenbeweging die oproept tot ‘ontzorgen en normaliseren’ is meer dan nodig in deze doorgeslagen ‘therapy culture’ (zie voor een doorwrochte analyse van onze gemedicaliseerde, westerse wereld, cq therapy culture, Furedi, 2004). Gelukkig is ‘ontzorgen en normaliseren’ dan ook de titel van het laatste advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (april 2012). Een eerstelijns gezondheidszorg met een duidelijke poortwachtersfunctie kan helpen voorkomen dat kinderen/jongeren/volwassenen met te lichte problematiek door worden verwezen naar zwaardere, tweedelijns hulpverlening/zorg waar de nadruk ligt op dure en veelal medicamenteuze behandeling. De epidemische toename van ADHD wordt daardoor een halt toegeroepen en de kosten voor de geïndiceerde zorg blijven zodoende beheersbaar.
En een onvolkomenheid in het artikel corrigerend. Laura Batstra was tot 2010 als behandelend psychologe werkzaam bij een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Is toch wat anders dan jaren geen ‘patiënten meer te hebben behandeld’.
Mijn dank voor de ruimte om te reageren.
Gideon de Jong
Groningen
Beste Gideon de Jong,
dank voor uw uitvoerige reactie. Ik herken in de praktijk ook voorbeelden van onnodige medicalisering. Soms komen ouders met kinderen op het spreekuur, verwezen op aandringen van de school die een “diagnose” nodig te heeft om de inzet van remedial teachers en extra begeleiding voor wat moeilijker dan gemiddelde kinderen te kunnen financieren. Het is inderdaad een schande dat de hele bekostiging van pedagogische ondersteuning op scholen zo is ingericht, dat alles met diagnoses bij bureaucratische indicatiecommissies gestaafd moet worden.
Dat is echter zeker niet de hoofdmoot van de verwijzingen. De indruk die Batstra wekt, namelijk dat het hoofdzakelijk een kwestie van verbetering van het pedagogisch klimaat is, is niet terecht. Naast een beetje overdiagnostiek is er ook nog veel meer onderdiagnostiek van ADD/ADHD, vooral bij meisjes met voornamelijk aandachts- en concentratieproblemen (ADD). De
“epidemische toename” is vooral te verklaren door het feit dat de diagnose in het verleden niet gesteld werd of onder allerlei andere etiketten zoals “minimal brain damage” werd afgedaan.
Ik had het in mijn betoog ook over stabiele gezinnen die al veel geïnvesteerd hadden in pedagogisch klimaat en structuur (rust en regelmaat) en desondanks van het kastje naar de muur werden gestuurd. En nogmaals, ook in die gezinnen waar nog veel winst te behalen is in termen van regelmaat, duidelijkheid en structuur, lukt dat vaak veel makkelijker als het ADHD-probleem ook medicamenteus wordt behandeld. Mijn collega Pereira betreurt overigens zeer de indruk die de uitzending destijds heeft gewekt, namelijk dat hij ADHD-medicatie als een soort snoepje aan hele gezinnen uitdeelt. De indruk ontstond door selectie en montage van een aantal atypische voorbeelden, die niet representatief zijn. Dat neemt niet weg dat er zeker gezinnen zijn waarbij een meerderheid van de familieleden, jong en oud, veel baat hebben bij medicatie.
Uit de grote MTA studie, u vast wel bekend, waarin “gewone zorg” medicatie, gedragstherapie en combinatie gedragstherapie + medicatie werd vergeleken. komt naar voren dat – bij ADHD – gedragstherapie zonder medicatie nauwelijks effectief is, medicatie alleen al heel wat beter scoort en de meeste winst te behalen is door combinatietherapie (zie ook de link naar de CBO-richtlijn in mijn betoog). Laten we kinderen die dat nodig hebben niet te kort doen! Behandel ze volgens de richtlijnen en dat is veelal ook met medicatie! We hebben het toch ook niet over onnodige medicalisering als we kinderen met oogafwijkingen brillen voorschrijven of kinderen met een gestoorde gehoorfunctie gehoorapparaten? Waar gaat het om? Optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen.
Beste Carsten,
En wederom mijn dank voor uw zienswijze en de mogelijkheid hier te reageren. Het zal u wel niet verbazen dat ik meer uit een pedagogische invalshoek beredeneer, daar liggen mijn professionele wortels dan ook. Uiteraard ben ik mij doordrongen van de mogelijkheden die medicatie te bieden hebben bij ernstige (gedrags-) problematiek, echter is er een goed functionerende poortwachter (lees: arts) nodig om kinderen en jongeren met te milde problematiek niet te snel Ritalin voor te schrijven voordat er lichtere en waarschijnlijk meer op de persoon toegesneden interventies zijn toegepast (‘stepped-care’ diagnosticering).
vriendelijke groeten,
Gideon de Jong
Geachte Carsten Lincke,
Uw stuk waarin u enkele stellingen van Laura Batstra afserveert, nodigt uit tot reactie. Laat ik vooraf duidelijk maken dat ik ADHD een ziekte vind waarvoor aandacht en (professionele) hulp nodig is. Ik geef mijn visie op een aantal van uw argumenten.
Er zijn tal van wetenschappers die kritisch zijn ten aanzien van de zogenaamde neurobiologische oorzaak van ADHD en/of psychiatrische stoornissen in het algemeen (bijv. F. Furedi, E. Nieweg, P. Verhaeghe, T. Dehue, A. Frances, A. Horwitz en P. Stam om maar enkele (inter)nationale hoogleraren, onderzoekers en werkvelddeskundigen te noemen die stuk voor stuk serieus genomen worden). Ik vind het dan ook een zwaktebod om met een drogreden te beginnen.
Ten tweede schetst u een veel te rooskleurig beeld van de informatie die fMRI-scans leveren. Zij geven slechts een globaal beeld van activiteit in een bepaald hersengebied. Zo is een groot probleem met deze scans dat zij slechts correlaties geven tussen ‘actieve’ hersengebieden (om nog maar te zwijgen van hoe het ‘invullen’ van actieve hersengebieden in zijn werk gaat); deze gebieden zijn echter zo groot dat het een erg diffuus beeld geeft van de gelokaliseerde hersenfuncties (die ‘oplichten’). Daarnaast is het een sterke vorm van reductionistisch, wetenschappelijk onverantwoord en omgekeerd denken om globale activiteit in hersengebieden (terug) te vertalen naar gedrag, cognities of stoornissen (oorzakelijkheid!). Prominente neurowetenschappers waarschuwen ondanks hooggespannen verwachtingen regelmatig voor deze problemen alsook voor het populariseren en het aan de haal gaan met dit soort scans. Want hoe pakkend werkt het niet voor het grote publiek om een verschil te kunnen zien tussen hersenen van iemand ‘met’ ADHD en iemand ‘zonder’ ADHD?
Ten aanzien van de tweede stelling ben ik van mening dat discussie altijd goed en in de wetenschap zelf noodzakelijk is. Er zou nog meer gediscussieerd mogen worden over de ADHD-criteria, want volgens mij weten velen ondertussen wel hoe onwetenschappelijk die vastgesteld zijn door Amerikaanse psychiaters, waarvan een groot deel financiële banden heeft met de farmaceutische industrie.
Wat mij tot slot nog het meest opvalt in uw verhaal is dat de toon nogal polemiserend aandoet (maar dat kan natuurlijk ook mijn interpretatie zijn) waardoor het bijna lijkt alsof het om uzelf gaat. De belangrijkste vraag in deze hele discussie is mijns inziens dan ook welk belang u er bij heeft om het boek van Laura Batstra zo af te serveren en daarbij een eenzijdige, veel te rooskleurige versie van de werkelijkheid te propageren? Hiervan is Laura Batstra veel minder te betichten. Sterker nog, uit haar boek komt heel duidelijk naar voren dat zij het beste wil voor iedereen (ook het kind!).
Ik denk dat de wetenschap altijd gediend is van verschillende meningen en argumenten. Het verhaal van Batstra geeft een onderbouwde versie van een veelgehoord geluid. Dit zou iedereen die het beste met kinderen (met gedragsproblemen) en een kritische wetenschap voorheeft moeten toejuichen!
Daarom vind ik het mooi dat u hier zelf een discussie over opent!
Met vriendelijke groet,
Willem Vos
Reblogged this on Dick van der Wateren's Blog and commented:
Deze blog is een mooi voorbeeld van mythbusting van onwetenschappelijke ideeën, die heel schadelijk kunnen zijn. In Engeland hebben we Ben Goldacre met zijn Bad Science columns, blogs en boeken.
Natuurlijk moeten we bij opvoeding en onderwijs adhd’ers anders aanpakken dan andere kinderen. In mijn lespraktijk maakt het mij niet zoveel uit of een kind een bepaalde diagnose heeft of niet. Ik kijk wat het op een moment nodig heeft en probeer dat te geven. Soms is vijf minuten wandelen genoeg. Soms moeten we even apart zitten en praten. Maar als een kind echt last heeft van adhd-verschijnselen en een jeugdpsychiater heeft adhd vastgesteld, dan kan medicatie meehelpen om goed te functioneren. Medicatie samen met aandacht en zorg van de opvoeders.
Pingback: Kritisch boek over de diagnose ADHD bij volwassenen en kinderen
Beste mevrouw Lincke,
Bij gelegenheid zou u misschien het boek van Batstra eens kunnen lezen. Dan zal u mogelijk ontdekken dat haar visie op deze kwestie allerminst simplistisch is. Ook kunt u dan dingen lezen die een aantal van uw eigen beweringen in twijfel zullen trekken.
Als argument voor de bewering dat ADHD een neurobiologische stoornis is, wijst u bijvoorbeeld op onderzoek naar de werking van methylfenidaat; dit onderzoek laat zien dat deze stof leidt tot een betere filterfunctie. Dat is echter nog geen bewijs dat ADHD een neurobiologische stoornis is; de meeste mensen kunnen zich beter concentreren als ze Ritalin slikken, maar daarmee hebben die mensen nog geen stoornis.
U noemt ook de resultaten van fMRI onderzoek als bewijs voor de stelling dat ADHD een neurobiologische stoornis is. Ook dit is echter een twijfelachtig argument, ten eerste omdat er in zulk onderzoek slechts kleine verschillen worden aangetoond tussen mensen met en zonder ADHD en dat dan ook nog alleen op populatieniveau, ten tweede omdat een eventueel bestaand verschil in de hersenen nog niet automatisch duidt op een ziekte; het brein van kunstenaars zal ook op bepaalde vlakken verschillen van dat van gewone mensen, maar dat maakt het kunstenaarschap nog niet tot een ziekte.
In het boek van Batstra kunt u ook dingen lezen die uw ideeen over de erfelijkheid van ADHD zouden kunnen nuanceren. Het wordt bijvoorbeeld de laatste jaren door onderzoekers steeds meer onderkend dat het erg moeilijk is om het effect van erfelijkheidsfactoren te onderscheiden van omgevingsfactoren, en dat erfelijkheidspercentages daardoor doorgaans veel te hoog worden ingeschat.
Zo zijn er nog een aantal dingen in Batstra’s boek te lezen die blikverruimend kunnen werken. Allicht staan er ook dingen in haar boek waar je je twijfels over kan hebben. Maar daar kun je een constructieve discussie over voeren als je de moeite neemt je op de hoogte te stellen van elkaars standpunten. Ik hoop dat zo’n open-minded houding de boventoon mag voeren in deze kwestie.
Hartelijke groet,
Elske Bos
Tja, u heeft wel lef om fMRI studies en genetisch onderzoek, ook bij eeneiige tweelingen, zo af te serveren. Een hoop van wat we weten over hersenfuncties en hersenfunctiestoornissen is door dit soort onderzoek stukje bij beetje letterlijk “ontdekt”. Natuurlijk zijn de fMRI studies tot nu toe alleen in staat om op populatieniveau verschillen te laten zien, maar pas op, dat geldt voor beginndende dementie ook. Dat is ook een hersenaandoening die in het begin m.b.v.simpele vragenlijsten gediagnosticeerd wordt, en waarbij je een grijs gebied hebt. Niemand zou het in zijn hoofd halen om dementie als een modeverschijnsel te bestempelen, ook al zijn er vele verschillende oorzaken en verschijningsvormen
Ik heb het gevoel dat u eens een dagje mee zou moeten lopen in de spreekkamer om het werkelijke leed te zien en te begrijpen. Dat is voor, excuseer de bitse ondertoon, studeerkamergeleerden soms inzichtgevend.
Bedankt voor u reactie – het aanbod van het meelopen is voor u serieus bedoeld.
Met vriendelijke groet,
Carsten Lincke (m)
Een kind met slechte ogen kunnen we een bril geven. Het hoeft niet, want als het kind de bril afzet, is alles toch gewoon weer wazig. Een bril geneest niet, maar toch geven we kinderen die slecht zien een bril. Dat doen we om de kwaliteit van leven beter te maken. En we geven ook niet zomaar een bril, nee, de sterkte van de glazen wordt zorgvuldig gemeten. Want met een bril met de onjuiste sterkte ziet een kind nog steeds niet beter.
Het werkt voor een kind met ADHD niet anders. We kunnen een pilletje geven, maar het hoeft niet. Want als het pilletje is uitgewerkt komen de symtonen gewoon weer terug. Een pilletje geneest niet. En toch geven we aan sommige kinderen met ADHD medicijnen. Dat doen we om het kind een betere kwaliteit van leven te geven. En deze pilletjes moeten even zorgvuldig worden ingesteld als een bril, om veel, onnodig, leed én gevolgschade te voorkomen.
Volgens Laura Batstra is er iets mis met de diagnose ADHD. En ze is van mening dat er te vaak én te snel naar de pillen wordt gegrepen. Kan Laura Batstra dan aan mij uitleggen waarom we een kind met slechte ogen niet zonder bril naar school sturen? En waarom we bij dit kind niet voortdurend roepen dat het vooral heel erg goed zijn best moet doen? Komt dat toevallig omdat we weten dat er hier geen sprake is van onwil, maar van onmacht? En waarom gaat deze theorie dan wel op voor een kind met slechte ogen en gaat deze theorie niet op voor een kind met ADHD?
Dag Suzan,
Dat een kind slechte ogen heeft is objectief vast te stellen. Dat een kind ADHD heeft is allesbehalve objectief vast te stellen. Dat een kind baat heeft bij een bril zal het kind en ouder onderschrijven, dat een kind baat heeft bij Ritalin onderschrijft echter niet elk kind (en/of ouder). Wetenschappers en artsen zijn verdeeld over de stoornis ADHD: wanneer is het gerechtvaardigd te spreken van druk, maar normaal gedrag, wanneer van pathologie? Geen enkele deskundige zal echter slechtziendheid ter discussie stellen. Zolang geen wetenschappelijke consensus is bereikt, is het mijns inziens wel erg kort door de bocht een vergelijking te trekken tussen slechtziendheid en het kinderen toebedelen van een discutabele diagnose als ADHD om zodoende het verstrekken van Ritalin te legitimeren.
hartelijke groeten,
Gideon de Jong
Lees deze column maar eens: http://www.adhdnetwerk.nl/ADHD.aspx?id=549&idblog=41
Suzan, je bevlogenheid in het werken met kwetsbare kinderen vind ik prijzenswaardig, maar (sorry dat ik het zeg) het stuk zelf weinig overtuigend. Ook omdat het op de website van een (pro-)ADHD netwerk is geplaatst en door het ‘broodje-aap’ gehalte doordat de tegenargumenten van de criticasters van ADHD af worden gedaan als ‘broodje-aap-verhalen’. Toch wel frappant dat de voorzitter van de DSM-IV commissie, psychiater en hoogleraar Allen Frances, die verantwoordelijk is geweest voor de opname van de diagnose ADHD als psychiatrische stoornis tegenwoordig één van de grootste criticasters is van doorgeschoten ADHD-diagnosticering. Diagnostische inflatie is wat anders dan het ontkennen van een stoornis, afwijkend gedrag of kwetsbaarheid.
Kritisch zijn en blijven ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen is nodig en goed. Maar het verhaal van Batstra is grotendeels feitelijk onjuist. Een broodje aap verhaal dus. En dat vind ik persoonlijk dus echt een zeer ernstige zaak!
Ik zou Suzan graag aanraden het boek van Laura Batstra eens te lezen voordat dit tot krochten van de ‘broodjes-aap-verhalen’ wordt verwezen. En dan graag de tekst interpreteren zoals het er staat, en niet direct alleen al uit een titel concluderen dat ADHD wordt ontkend, terwijl er duidelijk staat “ADHD voorkomen door de diagnose niet te stellen”.
Gideon,
Ik heb het boek gelezen. En wat ik las beviel me niet!
Gr. Suzan
@ heer Lincke: volgens mij doet Batstra ADHD niet af als modeverschijnsel. Ze onderkent wel degelijk dat het een probleem is. Maar lang niet altijd (alleen maar) een medisch probleem.
@ mevr Otten-Pablos: Batstra zegt niet dat het kind maar beter zijn best moet doen. Zij waarschuwt er juist voor dat we het kind geen probleemeigenaar moeten maken, aangezien de oorzaak van het probleem volgens haar vaak niet (alleen maar) in het kind zelf ligt.
We moeten van kinderen inderdaad geen probleemeigenaar maken. Maar door te ontkennen dat ADHD bestaat (de titel van het boek liegt er niet om), jarenlang wetenschappelijk onderzoek af te doen als flauwekul en andere denkbeelden weg te zetten als denkfouten ontneem je kinderen succeservaringen en maak je kinderen juist wel probleemeigenaar. En niet zo’n beetje ook!
Suzan, waar staat in de titel van het boek van Laura Batstra dat ADHD wordt ontkend? Ik lees hier alleen in terug dat ADHD wordt voorkomen door de diagnose niet te stellen. Wellicht een taalinterpretatie die niet met objectieve maatstaven is vast te stellen. Of ben ik ‘slechtziend’ en lees ik ergens overheen? Of kan ik me onvoldoende concentreren en moet mijn neurotransmitter-huishouding worden uitgebalanceerd? Wellicht dan toch maar bijziend en is mijn geestelijke gesteldheid daardoor vertroebeld. Ik ga voor een leesbril!
adhd voorkomen door de diagnose niet te stellen…hoe kan je deze titel anders interpeteren? Als er daadwerkelijk een afwijking in de hersenen bestaat die tot problemen leidt, dan los je die toch niet op door de diagnose niet te stellen?
Daar kan ik dus alleen maar uit concluderen dat de schrijfster van mening is dat de problemen ontstaan door de diagnose en daarmee dus een eventuele werkelijke afwijking ontkent. Of lees ik nou ergens overheen?
groet,
Koen
@Koen van Kesteren,
Dat ADHD wijst op een afwijking in de hersenen is geen wetenschappelijke consensus over. En zolang deze niet is bereikt zal er altijd discussie blijven bestaan of ADHD nu wel of niet een ziekte/medisch probleem is en welke therapie het meeste effect sorteert. De titel van Laura Batstra’s boek doet tot discussie aanzetten, maar ik leg niet direct de link dat in deze een ontkenning van ADHD verscholen zit, eerder dat diagnostische inflatie van ADHD moet worden voorkomen door de diagnose alleen te stellen bij de kinderen waarvan er daadwerkelijk sprake is van afwijkend gedrag. Een kwestie van interpretatie dus. En helaas zijn de criteria aan de hand waarvan deze diagnose wordt gesteld niet dusdanig objectief (gebrek aan consensus) als het vaststellen van slechtziendheid, vandaar dat ik de door Suzan Otten-Pablos omschreven vergelijking mank vind gaan. Uiteindelijk is het – lijkt mij – ons allen te doen om het welzijn van kwetsbare kinderen en hun ouders, ongeacht of we ons onder het kampement van de pro-ADHD’ers of de sceptici scharen.
Bij deze in voldoende mate mijn zienswijze als betrokken buitenstaander in een belangrijk maatschappelijk debat. Nogmaals mijn dank aan Carsten Lincke om deze discussie op zijn weblog mogelijk te maken.
hartelijke groet,
Gideon de Jong
Dan had ze het boek “voorkom diagnostische inflatie door de diagnose niet te stellen” moeten noemen. Dat klinkt misschien een beetje kinderachtig, maar over de titel van een wetenschappelijk boek mag mijns inziens geen verwarring bestaan.
Behalve dat ben ik het niet per definitie oneens hoor. Ik heb de diagnose ADD gehad en gebaseerd op mijn eigen ervaringen wisselt mijn mening van week tot week. Ik heb concentratieproblemen, maar ik twijfel aan de oorzaak. Ik heb overigens veel baat bij medicatie, maar wellicht functioneren anderen daar ook beter op.
Interessant – soms wel baat bij medicatie, soms niet. Kunt u ook uitleggen wat voor u het aanbod aan “mental coachin”/psychologische ondersteuning is geweest en wat u daaraan gehad heeft? Als u hierop niet wilt reageren is dat natuurlijk ook prima!
Het boek is alles behalve wetenschappelijk. (Batstra had beter helemaal geen boek kunnen schrijven, maar dat terzijde) Ik hoop in ieder geval echt dat het debat weer heel snel over de inhoud zal gaan, zonder dat er gepraat wordt in termen als; kampernent van de pro-ADHD’ers of de sceptici …
@Carsten Lincke. Ik heb wel baat bij medicatie hoor. Het is meer dat ik twijfel over de oorzaak van mn aandachtsproblemen.
Een wijze les
Het onlangs verschenen boek ‘Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen’ van Laura Batstra is bij veel mensen in het verkeerde keelgat geschoten. Kern van het boek is dat ADHD en medicatie over het algemeen worden aangepraat. Vooral door de boefjes uit de farmaceutische industrie. En dat terwijl de meeste mensen helemaal niet bij een diagnose gebaat zijn.
Veel behandelaars, ouders en kinderen zijn terecht verontwaardigd over de manier waarop Batstra de denkbeelden van anderen wegzet als denkfouten. En dat doet ze niet één keer, maar voortdurend. Zelfs Russel Barkley – een autoriteit op het gebied van ADHD – zit er met zijn visie, volgens Batstra, naast. Jarenlang wetenschappelijk onderzoek wordt afgedaan als flauwekul. Je moet maar durven.
Maar misschien is er nog wel veel meer verbijstering over het feit dat Batstra keer op keer een podium krijgt om haar verhaal wereldkundig te maken. Haar ervaringen en haar waarheid. Niet gebaseerd op onderzoekscijfers, maar op alternatieve verklaringen. Zo konden we deze week in de wakkerste krant van Nederland lezen dat ADHD meestal geen ziekte is. Een absurde bewering natuurlijk, want een ziekte is er wel of een ziekte is er niet. Halve ziektes bestaan namelijk niet.
Om deze reden wordt er door mensen dan ook massaal verontwaardigd gereageerd. Op de radio, op de televisie, in de krant en in de sociale media. En eerlijk is eerlijk, ook ik doe hier uit pure frustratie wel eens aan mee, terwijl ik natuurlijk best weet dat het onverstandig is. Deze week nog kreeg ik tijdens een discussie van Batstra- aanhangers het verwijt dat mijn uitspraken polariserend zijn.
En dus haakte ik af. Tegen zoveel vooroordelen helpen namelijk de beste argumenten niet. Om deze reden heb ik mij voorgenomen om op deze manier geen aandacht meer te besteden aan Batstra en aan haar boek. Want elke vorm van aandacht, dus ook negatieve aandacht, zal in het nadeel werken van mensen met ADHD. En om deze reden vraag ik iedereen met kennis van zaken dan ook om hetzelfde te doen en mijn voorbeeld te volgen.
Los van het feit dat we natuurlijk altijd kritisch moeten zijn en blijven ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen is er namelijk geen enkele reden om te denken dat diagnoses en medicatie worden aangepraat. Het fabeltje van Batstra dat ADHD kan worden voorkomen door de diagnose niet te stellen is feitelijk onwaar. Daarom reageren we zo heftig. We moeten ons immers voortdurend verantwoorden, omdat de diagnose ADHD en de behandeling keer op keer in twijfel worden getrokken. En dat is precies de open zenuw van behandelaars, ouders en kinderen. Sterker nog, het is zelfs de verklaring voor de heftige reacties op Batstra en haar boek.
Toch zullen de heftige reacties de fictieve werkelijkheid alleen maar versterken. En om deze reden moeten we dus ook niet meer reageren op de stigmatiserende uitspraken van Batstra, die ook nog eens grotendeels feitelijk onjuist zijn. En dat is best lastig, want het anti- ADHD verhaal van Batstra domineert momenteel het debat. Maar als we willen dat ADHD als een chronische handicap zal worden herkend en behandeld zullen we de wijste moeten zijn en de eer aan ons zelf moeten houden.
Het is namelijk ontzettend zonde dat Batstra steeds opnieuw met niet correcte argumenten de discussie polariseert. En daarom wil ik het volgende afspreken. Als we per ongeluk merken dat Batstra toch oprecht betrokken blijkt te zijn bij kinderen met ADHD krijgt ze weer onze aandacht. Tot die tijd geven we geen aandacht meer aan Batstra en aan haar boek. Dit is namelijk de enige manier om er voor te zorgen dat het debat over ADHD weer snel over de inhoud zal gaan. En als we in staat zijn om het zo te kunnen bekijken doen we er zelfs ons voordeel mee. Want het boek van Batstra is dan namelijk ineens geheel onverwacht toch nog een ontzettende wijze les.
Bron: http://www.adhdnetwerk.nl/ADHD.aspx?id=481&idn=126
Magisch denken: de spreuk van Batstra http://www.balansdigitaal.nl/data/nieuws/2012/mei/magisch-denken-de-spreuk-van-batstra/
Ik heb bovenstaande reacties gelezen maar mis reacties van ouders. Onze jongste zoon, 9 jaar, heeft adhd en gebruikt concerta en melatonine. Na een lange lijdensweg, zowel voor hem als voor de rest van het gezin, gaat het nu goed met hem, op een cluster 4 school. Als het gaat om risicofactoren die een rol (kunnen) spelen bij gedragsproblematieken kan ik zeggen dat deze in ons gezin niet voorkomen. Ik neem aan dat u allen net als ik het hele lijstje kent, dus ik zal ze hier niet allemaal opnoemen. Onze zoon heeft in 2011 8 maanden op de dagbehandeling van het UMCU gezeten. Dat heeft hem veel goed gedaan, maar dat wil niet zeggen dat medicatie niet (meer) nodig is! Wij hebben het afgelopen december weer geprobeerd, maar wij hadden al snel medelijden met hem, het lukte gewoon niet, dus zijn wij weer gestart met medicatie, o.b.v. de kinderpsychiater van het UMCU.
Wat het regulier onderwijs betreft: wij hebben daar veel ellende meegemaakt, en gemerkt dat sommige (vele?) leerkrachten een gebrek aan pedagogisch inzicht hebben en een gebrek aan kennis van de diverse ontwikkelingsfasen die een kind doormaakt. Ook ons is destijds door de leerkracht gevraagd of we de dokter niet even konden bellen om de dosering (ritalin) te verhogen want hij was toch nog steeds wel erg lastig in de klas. Alsof het snoepjes zijn! De rest van het verhaal zal ik u besparen, ik weet dat ons gezin hierin geen uitzondering is. Wel zijn wij ervan overtuigd dat de houding van school ertoe bijgedragen heeft dat hij er een paar jaar voor nodig heeft gehad om weer een positiever zelfbeeld te krijgen.
Wat het advies van de RMO betreft: ik was uitgenodigd voor de presentatie hiervan en heb het advies gelezen. Ik behoor nl. tot de eerstelijns beroepskrachten (ik ben echter géén hulpverlener). Ik ben 10 jaar coördinator van netwerken jeugdhulpverlening 12- geweest en kan me goed in dit advies vinden. Vind ik het heel vernieuwend? Nee, veel van de conclusies die zij trekken had ik zelf al lang geleden getrokken. Wat ik me nu wel afvraag is waarom dit advies er bij wordt gehaald in deze discussie. Volgens mij gaat het hierin nl. helemaal niet om adhd en aanverwante stoornissen, deze zijn tijdens de presentatie ook helemaal niet genoemd. Het gaat veel meer om allerlei andere problemen die gezinnen hebben, waarvoor soms simpele oplossingen zijn, maar die door hulpverleners meteen groter gemaakt worden dan ze zijn, omdat hulpverleners nu eenmaal hulp moeten verlenen, allerlei protocollen moeten volgen, steeds minder op hun eigen intuïtie mogen vertrouwen en vooral ook allemaal lekker langs elkaar heenwerken.
Na 45 jaar ellende in mijn leven eindelijk de diagnose gekregen waarin ik mezelf en mijn geschiedenis herken. En de medicijnen werken!!! Wat een waardeloos verhaal van die Batstra; ik voel me weer terug bij af: beter mijn best doen….. ps dementie is ook niet vast te stellen, net zoals autisme. Ieder die een “goede” autist/demente ontmoet, twijfelt er niet aan dat het een ziekte is.
Dank voor uw reactie. U ervaring is geen uitzondering. Wij zien in onze praktijk regelmatig dat enige tijd (soms maanden later) nadat de diagnose AD(H)D bij een kind is gesteld, één van de ouders ondertussen bij huisarts/psychiater hulp heeft gezocht omdat men bij zich zelf dezelfde problemen herkent als bij het kind. Zoals u schrijft, voor velen is het een verrassende gewaarwording, hoe plots alles op zijn plaats valt en welk positief effect (een goed ingestelde) therapie met methylfenidaat, dexamfetamine of andere middelen kan hebben.
Klopt, toen mijn dochter van 15 (nu 18) ADHD werd gediagnostiseerd en vast liep op de HAVO; dacht ik: wat is er mis met dat kind? Ik was nl 3 x zo erg als kind. Ben toen gaan lezen en alles viel op zijn/haar plaats…. Ik ben tevreden met de medicatie, mijn dochter red het zonder (erg knap). Ik wordt dus ook echt beroerd van alle leken meningen over deze ernstige aandoening, die ik ook in mijn omgeving veel tegen kom. Zelf ben ik eindelijk beginnen met leven en accepteren wat ik niet kan veranderen. Wat een levensverandering!
De laatste tijd heb ik zelf ondervonden hoe fysiek allerlei problemen zijn. Ik had een te laag vitamine B12-gehalte, 130. Ik liet het onderzoeken omdat ik door mijn vooropleiding weet dat het kan voorkomen bij mensen die veel te weinig vlees en zuivel gebruiken. Dat deed ik al jaren. Ik had het zo druk met het opvoeden van ons kind met autisme dat ik sommige dingen niet at of dronk. Ons kind kreeg het allemaal wel. Ik lette op hem, maar niet op mezelf. Nu, wat gebeurde er dus de afgelopen jaren….ik werd eerst steeds drukker. Eerst alleen in zeer uitzonderlijke situaties, maar op gegeven moment ook in het dagelijks leven. Tot ik mijn mond bijna niet meer kon houden als er een gekke gedachte (rare grap) in me opkwam. Natuurlijk probeerde ik dat wel. Ik deed mijn uiterste best voor ons kind. Maar ik liep als licht aangeschoten rond, en probeerde dus toch normaal te doen.
Intussen kwamen prikkels steeds harder bij me aan. De TV verdroeg ik niet meer, ik had het gevoel dat al die mensen pal naast me zaten in de kamer. Ik verdroeg geen oogcontact meer. Dat voelde alsof ik in de zon keek, zeker bij mijn man. Ik had geen visueel geheugen meer en keek nergens meer naar. Ik dacht heel, heel snel. Bij alles zette ik in gedachten 10 stappen tegelijk. Ik schrok me te pletter als mijn kind mijn hoofd aanraakte. Ik huilde het laatste jaar om alles en kon er alleen mee stoppen als ik mezelf er toe dwong. En niet eens altijd. Het werd volgens mij tijd dat ik op ADHD en autisme werd onderzocht, psychologische hulp had ik al lang. Ik begin dus aan vitamine B12 injecties, ‘baat het niet, schaadt het niet’, dacht ik. Ik had dezelfde avond al niet meer het gevoel dat ik om alles moest huilen. De volgende ochtend stopte mijn interesse in specifieke onderwerpen. Ik was er gewoon mee klaar. Een paar dagen later was ik op een feest en zei ik niets over mijn hobby’s, ik had alleen interesse in anderen. Alles zag er overzichtelijk uit. Ik denk niet meer door, en als ik dat doe niet verder dan twee stappen en sterk vertraagd. Ik werd erg rustig, volgens mijn man en mijn moeder. En volgens ons kind. Alleen – help! – de huisarts gelooft me niet een wil me bij een psycholoog hebben. Maar daar kom ik al jaren.
Ik denk niet dat andere mensen met mentale klachten zo vaak een tekort hebben aan B-vitaminen. Ik had al heel lang nauwelijks dierlijke producten gebruikt. Ik zal wel een zekere aanleg hebben die getriggerd is door tekort. Het is nu weg. Nu maar hopen dat de huisarts me wil blijven controleren zo nu en dan, en als het moet een spuit B12 wil geven. Ik heb er weinig hoop op, ze is sceptisch. Ik hoef overigens ook niet meer de hele dag te plassen. Dat is over. Ik had geen blaasontsteking, dat is ook onderzocht. Zouden jullie zo vriendelijk willen zijn om huisartsen te willen informeren dat het kan helpen? Ik leerde ‘Gebrek aan B12 kan leiden tot mentale problemen” vroeger al op mijn (voor 3/4 voltooide)verpleegopleiding….
Mij is dus wel duidelijk hoe fysiek een mentaal probleem kan zijn….
Ik wilde nog even aanvullen dat de huisarts mijn verhaal zo duidelijk vindt dat ze niet meer sceptisch is. Ze blijft controleren en zo nodig B12 aanvullen. Een injectie is nauwelijks toxisch. Ik moet er overigens bij zeggen dat ik ineens in beelden droom. Dat heb ik al jaren niet gedaan. Zo lang dat ik het met niet kan herinneren of ik dat vroeger deed – ja, 20 jaar geleden wel geloof ik. Ik droomde de afgelopen jaren alleen met geluid, gevoel en beweging. Ik zag geen filmpjes in mijn dromen, nu ineens wel. Erg apart.
Misschien is dit voorbeeld wel een goed voorbeeld voor het initiatief ‘We bouwen samen’. Ik kan mijn impulsen en emoties nu even goed remmen als mijn man. Hij is het toonbeeld van secundair reageren. Dat doe ik nu ook! Voorheen was ik zeer impulsief en had ik mijn emoties en woorden totaal niet onder controle.
Hierbij een reactie van een ervaringsdeskundige, zelf en ook als ouder. Nadat we een zoon en een dochter hadden, die allebei niet of nauwelijks opvoedingsproblemen hadden. In elk geval niet meer, dan wat met gezond verstand op te lossen viel, kwam onze derde, weer een jongen, die heel ondernemend was, en overal direct op reageerde. En waar je met gewoon praten niets bereikte, het lek wel of hij het meteen weer vergat. Dus de molen in, huisarts, consultatiebureau, jeugdzorg, geestelijke gezondheids diensten, meerdere zelfs, maar niemand kon iets ontdekken. Weerbaarheidscursussen, oudercursussen, op school problemen, tot het in groep 7 en 8 redelijk goed ging. (Waren ook rustiger leerkrachten, waarbij minder commotie in de klas was). Daarna naar het gymnasium net als broer en zus. Dat ging helemaal niet goed, dus na een jaar terug naar brugklas HAVO/VWO, ook dit ging niet, dus naar VMBO. Toen ook dit dreigde te mislukken, opnieuw contact gezocht met de geestelijke gezondheidsdienst en binnen 3 weken de diagnose ADHD/ADD. Vervolgens nog diverse gesprekken en medicatie (Concerta). Vervolgens kregen we als ouders ook nog een toelichting op het verschijnsel ADHD/ADD en het leek wel of iemand mijn eigen jeugdproblemen aan het verklaren was. Ook een gelijksoortige schoolcarriere, en al het onbegrip. Ik heb later toch nog wel een redelijke opleiding kunnen doen, dus ben wel goed terecht gekomen. Maar toch zelf ook maar eens uit laten zoeken, en ja hoor dezelfde diagnose.
Wat vooral helend werkte, was het feit, dat mijn gedrag niet veroorzaakt werd, door onwil, maar door het feit, dat ik niet anders kon. En dat alle verwijten, die gemaakt waren, over dat je geen belangstelling had voor anderen, niet terecht waren, omdat je zoveel concentratieproblemen had. Ik heb vervolgens in een gespreksgroep met lotgenoten gezeten, en daarin waren de overeenkomsten m.b.t. bepaalde zaken zo significant, dat ik er soms van schrok. Om terug te komen op het boek, een aantal zaken, die erin staan, snijden wel degelijk hout, maar ze zijn niet zaligmakend, en zeker tijdens de puberteit, kom je er volgens mij niet zonder medicatie. Ik gebruik zelf nog steeds geen medicatie, heb een drukke baan, waar ik helemaal in kan duiken, dus dat lukt wel. Maar een gesprek voeren, terwijl de TV aanstaat lukt dus niet, te veel impulsen. Mijn zoon, die nu 19 is gebruikt wel medicatie en het helpt hem wel met de concentratie op zijn studie.
Wat ik vind, is dus dat een rustige omgeving, het voorkomen van te veel afleidingsfactoren, wel een heel gunstige invloed heeft. Maar de diagnose niet stellen, lijkt me duidelijk het paard achter de wagen spannen. Ook al gebruik je geen medicatie, de tools, die je je aanleert, leer je gemakkelijker, als je weet welke en hoe je ze moet aanleren.
Daar komt nog bij, dat ik de ervaring duidelijk heb, dat de meeste scholen deze lastige kinderen liever kwijt, dan rijk zijn. Dit lijkt me ook voldoende reden, om, als je deze kinderen een eerlijke kans wilt geven, je ze medicatie niet mag onthouden.
Waarbij ook nog wil aanmerken, dat een langwerkend medicijn als Concerta bij middelbare scholieren, beter werkt dan Ritalin, omdat een ADHD’er, als je hem er niet aan herinnert, de 2e Ritalin van de dag waarschijnlijk vergeet in te nemen.
AMEN! 48 jarige ervaringsdeskundige die dankzij de concerta sinds 3 jaar eindelijk kan leven i.p.v. overleven (en dankzij de psychiater die dit (na vele – vaak door mij betaalde – “deskundigen”
Sorry vervolg (ik heb nachtdienst gehad; de concerta is uitgewerkt en ik ADHD) :
AMEN! 48 jarige ervaringsdeskundige die dankzij de concerta sinds 3 jaar eindelijk kan (leren) leven i.p.v. overleven (en dankzij de psychiater die dit (na vele – vaak door mij betaalde – “deskundigen” het heeft ingezien dat ik een volbloed A.D.H.D.er ben. Verder ben ik HBO opgeleid; heb leuk werk en 6 kinderen. Ook heb ik 45 jaar een TE ZWAAR leven achter de rug met vele dieptepunten en ook best wel hoogtepunten.
Ik wordt zo niet goed van die mensen die zo tekeer gaan tegen de medicatie. Natuurlijk wordt het gesponsord (uw hart tabletje waarschijnlijk ook.; en ja de gebieden in de hersens zijn diffuus; niet tot op de milimeter te begrijpen; maar wel duidelijk afwijkend. Verder is het erfelijk en aangeboren! Onderzoek heeft ook aangewezen dat de hersens van een ADHDer 5% kleiner zijn (psyq). Hou toch eens op!
ps dankzij de structuur die ik hiernaast heb mogen aanbrengen ben ik duidelijk verminderd met de concerta en er zijn regelmatig dagen dat ik niets slik.
Pingback: Hoe voorkom je ADHD? « Jeugdarts in Onderzoek
De redenering dat ADHD een neurobiologische stoornis is omdat er op een fMRI verschillen te zien zijn tussen mensen met en zonder ADHD is natuurlijk volslagen waanzinnig, als we die redenering volgen is homoseksualiteit ook een stoornis. Zoals Dick Swaab het uitdrukt: wij zijn ons brein. Iedere persoonlijke eigenschap is op de een of andere manier terug te vinden in het brein maar dat maakt het nog geen stoornis.
Een persoonlijke eigenschap is pas een stoornis als de persoon in kwestie of diens omgeving er last van heeft, en als dat het geval is moet er de behandeling gevonden worden die het best past bij de individuele patiënt. Naar mijn mening heeft Laura Batstra voldoende onderbouwd dat medicatie bij sommige ADHD-patiënten de best mogelijke oplossing is maar lang niet bij allemaal. Ondanks dat de titel van haar boek anders doet vermoeden geeft ze naar mijn mening een genuanceerd betoog waarin problemen niet ontkend worden maar waarin ze wel een goed onderbouwde waarschuwing geeft voor de mogelijke negatieve gevolgen van overdiagnosticeren en pleit voor een terugkeer van het gezonde verstand.
Hoewel het begrijpelijk is dat het onderwerp gevoelig ligt (het gaat toch om je kinderen…) vind ik het jammer dat degenen die het oneens zijn met Laura Batstra zo emotioneel reageren en zo weinig inhoudelijke tegenargumenten geven tegen haar standpunten. Uiteindelijk kun je een echte discussie toch alleen maar voeren op basis van argumenten.
” De redenering dat ADHD een neurobiologische stoornis is omdat er op een fMRI verschillen te zien zijn tussen mensen met en zonder ADHD is natuurlijk volslagen waanzinnig”
Dat is voor mij als gediagnosticeerd ADD’er exact het probleem. Ik heb de grootste moeite om te bepalen of mijn huidige problematiek het gevolg is van een genetisch en eventueel ongeneeslijke aandoening of dat deze zijn ontstaan door problemen in mijn jeugd. Ik heb nog geen goed onderzoek gevonden dat het laatste uitsluit, maar hou me graag aanbevolen.
Zouden de problemen in je jeugd misschien te maken kunnen hebben met deze ongeneeslijke aandoening? Oorzaak en gevolg?
Heb met intresse alles gelezen , ik had volgens de artsen en onderzoeken door diverse instanties twee adhd kinderen, die op aanraden dus op ritalin of methylfenidaat zijn gegaan, moet er even bij vertellen dat beide ook diabetes 1 hebben , maargoed beide gingen aan de medicatie, en in eerste instantie ging dit goed, aanvankelijk begonnen zich de ERNSTIGE leerproblematieken zich te ontwikkelen en mijn dochter stopte met praten op school dan althans , we beginnen vanaf dat moment aan autisme te denken want ze liet ernstige achtrstand in sociaal emotionele ontwikkeling zien en was niet in staat iemand aan te kijken of sociale contacten te maken, TOEN ben ik gaan zoeken op internet naar effecten op lange termijn van medicatie, zo bleek dat dit wel een inbreuk op de functies van de hersenen kon maken.Inmiddels deed ik een opleiding doktersassistente en besloot om de medicatie van mijn dochter te minderen en vervolgens te stoppen ,nadat ik een uitslag van een IQ van 57 had gekregen . Daarna heb ik opnieuw een sonR laten doen bij haar toen ze medicatievrij was , en daaruit kwam 70 IQ in een half jaar tijd.vervolgens ging zij weer praten maakt sociale contacten en kijkt iemand aan. ze is nu tien bijna!
Mijn zoon van 15 bijna , ging naar de eerste brugklas en nam zijn medicatie niet, werd tien keer de klas uitgestuurd maar had goede cijfers , vervolgens moest hij medicatie weer nemen, en toen zakte zijn cijfers, ik besloot het per maand af te bouwen en dat deed ik in een half jaar de mentor en ik hebben dit gemonitoord en wat bleek naar mate hij minder medicatie kreeg , des te beter zijn cijfer werden.
Dan vraag ik me toch af of de medicatie wel zo goed is? vaak worden er onderzoeken naar bijvoorbeeld B12 en een verhoogde schildklierwerking uitgebleven terwijl deze ook voor ADHD gedrag kunnen zorgen, bij mijn kinderen heeft het waarschijnlijk met hun glucosehalte te maken, kinderen worden hyperactief als ze hoog zitten, en als ze laag zitten gepikeerd en geirriteerd.
Inmiddels is mijn dochter verlost van de diagnose ADHD ………..Dat zegd toch wel iets !
Ik ben van mening dat de kinderen van tegenwoordig veel meer info krijgen en prikkels dan in de “goede oude tijd ” En dat de klassen alleen maar groter worden maakt het alleen maar erger!
Vroeger hoorde je niets over ADHD en nu lijkt iedereen ermee besmet te zijn!
vriendelijke groeten , nens
Ik lees dingen over Batsra dat ze niet betrokken zou zijn bij kinderen met ADHD. Ik wil daar graag op zeggen dat alles wat ik over haar heb gelezen er naar mijn idee juist op wijst dat ze juist erg betrokken is bij kinderen. In plaats van te kijken naar hoe vervelend ADHD symptomen zijn voor de omgeving verdiept ze zich in wat het kind ervan vind en hoe het kind het ervaart. Daarnaast verdiept ze zich per kind in hoe de omgeving en het kind invloed op elkaar hebben., Volgens mijn opleiding pedagogiek is een dergelijke ecologische benadering het beste voor het kind zelf. Een studente van Batstra heeft onderzoek gedaan naar wat kinderen vinden van ritalin. Hieruit is gebleken dat kinderen ritalin in de klas wel handig vinden, maar dat ze verder ook het gevoel hebben dat het hen afvlakt en dat hun creativiteit minder is vanwege ritalin.
Het feit dat hersenen soms anders werken bewijst overigens ook niet dat er sprake is van een deffect of een stoornis. dat kan je ook gewoon diversiteit noemen.
Ik heb nog wat tips:
creatievechaoot.wordpress.com
het boek van psycholoog Thomas Armstrong -Neurodiversity: Discovering the Extraordinary Gifts of Autism, ADHD, Dyslexia, and Other Brain Differences
het boek “ADHD-medicatie, Medische Megablunder” van Fernand Haesbrouck
Thom Hartmann:
http://www.thomhartmann.com/articles/1994/01/hunters-our-schools-and-offices-origin-adhd
http://www.thomhartmann.com/articles/1994/01/normal-people-origins-agriculture
A big thank you for your article.Thanks Again. Great. deacaeddgeke